Ik heb een grote broer
Al kunnen we niet samen zijn
En word ik steeds iets groter
Mijn grote broer blijft klein
De hoofdpersoon in Sterrenkind heeft een bijzondere broer. Elke avond kijkt ze naar hem: hij is de stralendste ster in de nacht. In haar dromen spelen ze samen, tot de ochtend aanbreekt en ze terugkeert naar het gewone leven.
Hij fluistert in mijn oor
En geeft me een klein kusje
Ik zal over je waken.
Droom maar fijn, lief zusje.
Debora d’Hont-Dieleman gebruikte haar eigen ervaring als sterrenmoeder om een prachtig prentenboek te schrijven voor elk kind met een sterrenbroertje of -zusje: een kindje dat misschien niet op aarde voortleeft, maar toch zeker in de harten van familie.
Amber Moonen verbeeldde het verhaal op sprookjesachtige wijze. Een prentenboek dat troost biedt – of, als je het verhaal erachter niet kent, een wereld om in weg te dromen